Doperszaaigoed

onze schapenboet in de Hemmer

Doperszaaigoed door Hans Marseille

Dinsdagmiddag 26 november 14.00 uur gaan we verder met de muziek van Bach. Sinds vorig seizoen nodigen we steeds iemand uit om zijn persoonlijke relatie met de muziek van Bach te vertellen. Hans de Goede zal ons meenemen naar de orgel muziek van zijn naamgenoot Johan Sebastiaan Bach.
Albert Schweitzer, ik heb iets met deze Bachkenner.” Zegt Maarten ’t Hart die bekend is als schrijver maar zelf ook graag naar de muziek van Bach luistert. Hij vervolgt: “Zijn Bachboek vind ik geweldig en ik stond er versteld van dat hij Bachs gehele oeuvre goed kende, met inbegrip van de cantates. Dat hij daarover zo gedetailleerd kon schrijven, terwijl dat in een tijd was zonder internet en zonder opnamen van een groot deel van dat oeuvre. Hij moet die kennis al studerend en spelend hebben opgedaan en dat ook nog eens in een volbezet leven als arts.”  Maarten ’t Hart komt uit een zwaar gereformeerd milieu waar muziek in de kerk met argwaan wordt bekeken. Voor zichzelf zou hij allang de kerk verlaten hebben, ware het niet dat er zoveel mooie orgels in kerken staan waar hij Bach op kan spelen. Over het orgelspel van Albert Schweitzer zegt hij het volgende: “Over zijn orgelspel kan ik helaas weinig zeggen. Ik heb weleens een opname gehoord die aan hem werd toegeschreven, maar of dat werkelijk zo was? Maar zijn denkbeelden hebben me wel degelijk geïnspireerd.”
We weten niet of het orgelspel van Bach bij zijn toehoorders als een bom is ingeslagen. Wie nu naar zijn orgelstukken luistert zou die indruk overigens wel kunnen krijgen. Wel weten we dat men in Dresden van zijn spel zeer onder de indruk was. Met zijn soepele taalgebruik schrijft Maarten ’t Hart heel makkelijk leesbare boeken. Steeds opnieuw laat hij op een hilarische manier het bekrompen doen en denken van mensen zien. Maar na een poosje krijg je wel genoeg van dat genoegzame toontje. Alleen over Bach schrijft hij totaal anders, dan raakt Maarten ’t Hart geestdriftig en put hij zich uit in positiviteit die je nergens anders bij hem tegen komt. Bijvoorbeeld over zijn orgelmuziek: “Het is een wonderwerk: de virtuoze behandeling van twee handen en twee voeten, met een enorme beheersing van de alles omvattende architectuur. Die uitwaaierende panorama’s zoals die zich boven de pedaaltonen manifesteren, het is werkelijk ongehoord. Er is bij mijn geen enkele twijfel over: Bach heeft als organist en orgelcomponist de vele mogelijkheden van het instrument ten volle uitgebuit en ook in zijn vele ‘Orgelprüfungen’ daarvan overtuigend getuigenis afgelegd.”