De geschiedenis van de Doopsgezinden op Texel begint al ca. 1530. Uit o.a. vonnissen van veroordeelde dopers komt naar voren dat er in 1534 zeker al een 40-tal mensen de nieuwe leer zijn toegedaan. Een schip vol Texelaars gaat in dat jaar op weg naar Munster om te helpen daar het Koninkrijk van God op aarde te stichten. De groep komt niet verder dan Genemuiden, waar  ze gevangen zijn genomen.  Tussen 1563 en 1582 bezocht Leenaert Bouwens, die samen met Menno Simons en anderen leiding probeerde te geven aan de doopsgezinden, Texel waar hij in totaal 13 personen doopte. In 1566 richtten de Texelse wederdopers zich tot de magistraat met een smeekschrift waarin zij zich verzetten tegen de kinderdoop. Margaretha van Parma beklaagde zich over de bestuurders van Texel die oogluikend de nieuwe godsdienst toelieten.


De Waal,  waarschijnlijk de oorsprong van dopers leven op Texel, had in de 18e eeuw in ieder geval twee, mogelijk zelfs drie Doopsgezinde vermaningen: aan het Hogereind tegenover het huidige kerkhof was een Friese kerk, die later in die eeuw werd afgebroken en waarvan de stenen dienden voor de uitbreiding van de Friese vermaning in Den Burg. De Waterlandse kerk stond aan het Lagereind en werd in 1723 gebouwd. In 1824 werd deze vermaning vergroot. Tijdens de opstand der Georgiërs in april 1945 werd het gebouw ernstig beschadigd. In 1974 werd het gebouw verkocht en afgebroken. Alleen de kosterswoning staat nu nog aan het Vermaningspad.


Den Burg telde in 1742 in ieder geval twee doopsgezinde kerken: een Friese aan de Kogerstraat, waar nu nog de diensten gehouden worden, en een Vlaams-Waterlandse aan de Nieuwstraat. In 1772 werd deze laatste kerk verkocht. Het gebouwtje is er nog op Burgwal 17.


In Oosterend was een Waterlandse gemeente, al aan het einde van de 16e eeuw. De vermaning stond aan het einde van het dorp en was een grote boerenschuur. In de 17e eeuw brandde het gebouw af. Alleen de vloertegels bleven over. Er werd een nieuwe vermaning gebouwd. In 1775 werd dit gebouw afgebroken, herbouwd en flink vergroot. Rond 1900 werd er weer een stukje aan de kerk gebouwd en kwam er een orgel in. Op dit moment is het beheer van de kerk overgedragen aan de Stichting Hollandse Vermaning i.o.


Den Hoorn had ook een Waterlandse gemeente in een echt schuilkerkje achter een paar woonhuizen aan de Diek, gebouwd in 1660. In 1772 werd er een nieuwe preekstoel in gemaakt.  Het kerkje staat er nog steeds, maar dient nu als expositieruimte en ruimte voor kleinschalige muziekoptredens e.d. Het kan wel bezichtigd worden als de beheerster aanwezig is. Het enige dat er is achtergebleven is de preekstoel uit 1772. Het pand is in erfpacht overgedragen aan de burgerlijke Gemeente Texel


In 1772 verenigden de verschillende doopsgezinde gemeenten zich tot de Verenigde Doopsgezinde Gemeente van Burg, Waal en Oosterend. Pas in 1947 kwam daar ook Den Hoorn bij. 

De Koog heeft slechts kort een Doopsgezind gebouw gehad. In december 1955 ging deze Kleine Vermaning open. Een tiental jaren later is het weer gesloten. Het gebouw is afgebroken. Nu staan er twee woonhuizen.